De AutoCAD Interface
Inleiding
De nieuwe versies van AutoCAD hebben een scala van menu’s en knoppen op het scherm, waarmee je het programma bedient. Dit wordt ook wel de gebruikersinterface genoemd. De terminologie voor de verschillende menu’s en knoppenbalken is enigszins verwarrend. Auto-CAD is nooit sterk geweest met het vinden van goede benamingen voor de talloze functies en onderdelen. Die traditie is ook in de nieuwste versie van AutoCAD gehandhaafd. Hieronder volgt een beschrijving van de onderdelen. Het is belangrijk om precies te weten waar alle begrippen voor staan, wil je zonder problemen door alle uitleg over het AutoCAD-programma heen komen. Maar eerst komt er een stukje geschiedenis.
Geschiedenis
De interface is het geheel van menu’s en knoppen waar-mee je het programma bedient. In de loop der tijd heeft dat een flinke ontwikkeling doorgemaakt. In het begin was er de command-line en het scherm-menu aan de rechterkant van de tekening. Daarna kwamen de pull-down-menu’s. Door sommigen werden die als een voor-uitgang ervaren. De pull-down menu’s hadden als nadeel dat je ze iedere keer moest openen voordat je een com-mando kon kiezen. Als je het scherm-menu op een slimme manier aanpaste, had je daar veel meer aan.
Kennelijk omdat het toch wel als lastig werd ervaren dat je de pull-down-menu’s steeds moest opentrekken, kwa-men de Toolbars. De knoppen geven direct toegang tot de commando’s. Nadeel van de Toolbars is dat je ze nooit allemaal tegelijk open kunt zetten. Dan zou je tekenveld er bijna mee vol staan. Je moet dus regelmatig toolbars aan- en uit zetten.
De nieuwste versies van AutoCAD hebben de Ribbon. Dit is een dynamische menubalk die een vrij directe toegang geeft tot de commando’s. Qua functionaliteit is hij bijna gelijkwaardig aan een goed georganiseerd bar-menu. Doordat er ook plaatjes op staan is hij voor een aantal functies zoals Hatch en Layers zelfs bijzonder efficiënt.
Naast de Ribbon zijn er nog een paar werkbalken geko-men die standaard aanstaan: de Quick access werkbalk (bovenaan), de navigation bar (rechts) en een (naamloze) balk met hulpmiddelen en instellingen, helemaal onder-aan het scherm.
Nieuw is de Dynamic Input. Tijdens het tekenen ver-schijnt er allerlei informatie op het scherm die verandert met het bewegen van de cursor. Wanneer je bijvoorbeeld een cirkel tekent, zie je niet alleen de cirkel bewegen, maar ook de numerieke waarde van de radius.
Los daarvan bestaat er ook een dynamisch schermmenu dat verschijnt zodra je het commando activeert. Je kunt hieruit keuzes maken voor de subopties van het betref-fende commando. (voorbeeld: Measuregeom)
Dynamic Input kun je naar keuze aan of uit zetten. Het is niet beschikbaar voor alle commando’s. Het zwevend schermmenu wordt maar heel weinig toegepast.
Alle oude menuvormen, inclusief het scherm-menu (dat je aan de rechterkant van het tekenveld kunt laten verschijnen) zijn nog steeds aanwezig.
Button Image
Waarom al die plaatjes? We zijn toch geen analfabeten?
Icoontjes zijn volop in gebruik sinds Windows het bijna-monopoly verwierf als besturingssysteem. Het is waar dat enkele plaatjes duidelijk aangeven waar ze voor staan.
Helaas zijn sommige begrippen niet duidelijk te maken met zo’n miniplaatje. Het probleem wordt groter naarmate er meer functies worden aangemaakt. Het knoppen-veld begint dan al gauw op een tekst in Chinese karakters te lijken. Het maken en het bedenken van bruikbare iconen is een enorme klus. Ik zou graag willen kiezen voor tekst i.p.v. buttons, maar die mogelijkheid is er niet.
De vierkante knoppen hebben wel een voordeel. Ze zijn tamelijk klein, dus je kunt er veel kwijt op een klein oppervlak. Doordat ze vierkant zijn kun je dezelfde knoppen zowel horizontaal als verticaal opstellen.
De icoontjes op de schermmenuknoppen worden door AutoCAD ‘Button Image’ genoemd. Ze zijn te maken en te wijzigen in ‘Button Image’, het venster rechts-boven in het ‘Customize User Interface’ (CUI). Je kunt daar dus ook wel kleine woordjes in zetten. Dat is soms wel zo handig.
Je hebt de keuze om de icoontjes op vier manieren te laten verschijnen: groot/klein/met tekst/zonder tekst. Klein zonder tekst neemt de minste ruimte in, maar dat is vaak niet duidelijk. De optie tekst zonder icoon zou in een behoefte voorzien. Het is niet mogelijk om ‘klein met tekst’ te gebruiken als er geen icoon is. Je ontkomt er dus niet aan om voor ieder commando een button te maken.
Quick access werkbalk
Zit helemaal bovenaan. Hij bevat een rijtje iconen die ook op andere menu’s voorkomen, zoals ‘opslaan’ en ‘print’.
Je kunt hem onder de Ribbon plaatsen. (click op het pijltje)
Via rechts-clicken kun je ieder commando op de Quick acces toolbar zetten. Je kunt hier alleen spaarzaam gebruik van maken, want er is maar weinig plaats.
De menubar
De oude Pull-downmenu’s zijn er nog altijd. Je kunt ze tevoorschijn halen met het pijltje op de Quick access toolbar (show menubar) of met het commando 'menubar'.
Dat deze Pull-dwonsmenu’s er nog zijn lijkt een handreiking naar oude gebruikers die hieraan verknocht waren. Ze zijn overbodig geworden door de Ribbon. De Ribbon is beter. Hij geeft directer toegang tot de commando’s.
Je kunt de menubar laten verschijnen en verdwijnen met de systeemvariable ‘menubar’.
In de CUI zijn ze bereikbaar onder ‘Menus’.
De Ribbontabs
De zwarte balk onder de Quick Acces werkbalk
Ribbon
De tabs vormen samen met de menu’s daaronder de Ribbon. De menu’s op de Ribbon worden door Auto-CAD aangeduid met ‘Panels’.
Wanneer je wijzigingen wilt aanbrengen in de Tabs of de Panels, dan ga je via CUI naar ‘Customization in All Files’, je kiest Ribbon vervolgens de subrubrieken Tabs of Panels.
De Ribbon kan los gekoppeld worden (als een zwevend blok) en ook aan de zijkant geplaatst worden.
Op de Ribbon zitten knoppen met alleen een enkel commando, maar ook knoppen met een uitrolmenu. Dan zit er naast de button een klein pijltje naar beneden. Het plaatje blijft staan op het laatste gebruikte commando uit het uitrolmenu. Op de uitrolmenu’s is ruimte voor tekst naast de buttons. Je kunt buttons ook weglaten. Het menu neemt dan veel minder ruimte in beslag. Een pro-bleem is dat de knop op de Ribbon het laatst gebruikte commando onthoudt. Als dat geen button heeft is het commando op de Ribbon niet meer herkenbaar.
Een berucht aspect van de AutoCAD-commando’s is dat er heel veel subcommando’s in zitten en dat je steeds een aantal toetsaanslagen moet doen om bij de juiste optie te komen. Om die reden is het interessant om de comman-do’s uit te splitsen. AutoCAD geeft daar zelf een voor-beeld van bij het Arc-commando. De andere commando’s moet je allemaal zelf uitsplitsen. De vele subcommando’s die zo ontstaan kun je op een uitrolmenu zetten, maar dan heb je dezelfde problemen als met de pull-downmenu’s die al in de oudere versies zaten: het menu blijft niet open staan en daardoor moet je toch weer aldoor een aantal stappen doen om erbij te komen.
De Ribbon heeft tabs die je normaal niet ziet, maar die geactiveerd worden bij een bepaald commando, bv. Hatch. Dit is de Contextual Ribbon Tab (CR-tab). Het is mogelijk om zelf Contextual Ribbon Tab, maar de toepassingsmogelijkheden zijn erg beperkt. Zie hierna.
Contextual Ribbon Tab States
Dit is een tab die je normaal niet op de Ribbon ziet, maar die onder bepaalde omstandigheden tevoorschijn komt.
- Door een bepaald element in de tekening te selecteren.
- Door een bepaald commando te activeren (bv. Hatch).
De CR-tab is herkenbaar aan de blauw-groene kleur van de onderste balk.
Je kunt zelf zulke tabs maken, maar je hebt er niet veel aan. Ze zijn alleen geschikt voor specifieke bewerkingen van een aantal objecten. Er is geen commando of Lisp-expressie waarmee je zo’n tab kunt openen.
Panels
Dit zijn de velden met iconen die aan de Tabs hangen.
Aanpassen van de Ribbon
Er zijn buttons met aan de rechterkant een klein driehoekje. Daarmee open je een pulldownmenu. Dit uitklapmenu kan gebruikt worden voor verwante commando’s of om direct toegang te geven de diverse opties van een commando.
Het is heel merkwaardig dat dit niet overal is doorgevoerd. Het nieuwe commando Lengthen heeft dat uitklapmenu bijvoorbeeld niet.
Een groot bezwaar van dit pulldownmenu is dat het niet open blijft staan. Wel komt het laatst gebruikte com-mando op het panel te staan, in plaats van het hoofdcommando. Je hoeft voor dat laatst gebruikte commando het menu dus niet opnieuw open te trekken. Dit heeft ook weer een groot nadeel: Het hoofdcommando is nu opeens verdwenen.
Onderaan het panel zit een knop voor een uitklapmenu waarop de zogenaamd minder gebruikte commando’s staan. Sommige daarvan worden waarschijnlijk door veel tekenaars wel degelijk vaak gebruikt. Het zou beter zijn als alle commando’s direct zichtbaar waren. Er is ruimte voor meer commando’s in het permanent zichtbare deel. Er kan ook nog meer ruimte gecreëerd worden. Op de Ribbon staan een paar grote buttons zoals Line en Move. Deze nemen veel plaats in beslag. Ze zorgen voor enig accent in het veld van soms behoorlijk cryptische symbolen. Het lijkt me niettemin zinvol om ze te vervangen door kleine knoppen.
Met de linker muisknop kun je een panel uit de Ribbon slepen en op het tekenveld plaatsen. (plaats de cursor op de onderste balk van het panel, waar de naam van het panel op staat). Het panel lijkt dan veel op een Toolbar. Het blijft niet staan als je overschakelt naar een andere Workspace. En dat zou nou juist erg handig zijn.
Het wijzigen van de panels op de Ribbon is lastig. De opbouw van de panels is erg complex. Meer dan toevoegen of veranderen van knoppen is niet mogelijk. Er staan ook complexere elementen op de Ribbon, zoals de toggle van Singel Line en Multiline Text. Die dingen kun je niet wijzigen of zelf maken.
Het schermmenu (screenmenu)
Vroeger was het schermmenu aan de rechterkant van het tekenveld een vast onderdeel van de AutoCAD-Interface. Om er profijt van te hebben was het wel noodzakelijk dat je het standaardmenu grondig reorganiseerde. Het bijzondere aan dit menu is dat je het kunt laten verspringen naar een submenu, terwijl je tegelijkertijd een commando activeert. Het submenu blijft staan tot je zelf besluit om terug te keren naar het hoofdmenu. Als je het slim doet, zet je alle hoofdfuncties op de eerste pagina. Bij het aanroepen van een hoofdfunctie kun je tegelijk alle hulpfuncties en aanverwante commando’s tevoorschijn laten komen, door automatisch een submenu aan te roepen. Dit schermmenu is veel handiger dan de later geïntroduceerde pulldownmenu’s. Die werden waarschijnlijk alleen gewaardeerd omdat bijna niemand ertoe kwam om het schermmenu aan te passen.
Toolbars blijven ook open staan, maar die moet je afzonderlijk sluiten.
Het schermmenu bestaat nog steeds! Je kunt het oproepen via ‘Options’. (type ‘op’ in de command-line of kies ‘options’ uit het shortcutmenu onder de rechter muisknop / Display / Screen Menu).
Het schermmenu heeft nog steeds een paar voordelen boven alle andere menu’s.
Het werkt nog met tekst, wat in de meeste gevallen duidelijker is dan een of ander cryptisch symbool op een button. Behalve dat gebruiksvoordeel vervalt ook de rompslomp van het bedenken en maken van buttons.
Een submenu blijft open staan tot je een nieuw hoofdcommando aanroept dat een eigen screenmenu heeft.
Omdat het ‘customizen’ (naar eigen behoeften aanpassen) van de Ribbon lastig is en onvoldoende mogelijkheden biedt, is het schermmenu een heel nuttige aanvulling en feitelijk onmisbaar.
Mijn indruk is dat het schermmenu door weinigen, en zeker niet door AutoCAD zelf, ooit op zijn waarde is geschat.
In de CUI staat het screenmenu gerubriceerd onder “Legacy”. Dat betekent dat het wordt beschouwd als een verouderd onderdeel, dat nog wel in gebruik is.
Toolpalettes
Dit zou de geavanceerder versie kunnen zijn van het oude screenmenu. Het lijkt toch vooral bedoeld voor het Block’s en Hatch-patronen. Je kunt de toolpalettes openen door ‘toolpalettes’ in te typen op de commandline.
Het plaatsen van Blocks en arceerpatronen in de toolpalettes is verbluffend eenvoudig. Het hoeft niet via de CUI. Door rechts clicken op de toolpalettes, komt er een menu te voorschijn met bewerkingsoptiesopties.
De toolpalettes hebben aan de linkerkant een rij tabs. Het aantal zichtbare tabs is afhankelijk van hoever je het palettes-window hebt uitgetrokken. Wil je alle namen van de beschikbare tabs in beeld brengen, dan moet je helemaal onderaan de rij tabs clicken. Dit is niet het beste onderdeel van de toolpallettes.
Je kunt de grootte van de buttons aanpassen en je kunt ze op verschillende manieren op de palette zetten. Je kunt ook andere commando’s op de palettes zetten: bestaande AutoCAD-commando’s en eigen gemaakte routines. Menuwoorden zonder buttons zijn helaas niet mogelijk.
De verschijningsvorm van de buttons geldt overigens voor een heel palette. Je kunt dus niet verschillende groottes op een palette zetten en ook niet buttons met en zonder tekst combineren. Deze beperking en het gemis van menuwoorden zonder buttons, maken dat ook dit onderdeel van AutoCAD alleen voor bepaalde toepassingen nuttig is.
Toolbars
Je kunt naar believen Toolbars op het tekenveld plaatsen. Hierin kom je weer de commando’s tegen die ook op de Ribbon staan.
De Toolbars kun je oproepen vanuit de tab View.
Commando’s op de Toolbars zijn beter toegankelijk dan die van de Ribbon, waarbij je met tabs en uitklapmenu’s moet werken.
Je kunt de Toolbars overal plaatsen waar je wilt: langs de kanten of zomaar ergens in het tekenveld.
Minpunten van de Toolbars zijn er ook. Je kunt niet uitsluitend met Toolbars werken. Ze zijn niet dynamisch en dat zou betekenen dat je ze allemaal op het scherm zou moeten zetten en dat kan ook weer niet. Om een beetje efficiënt te kunnen werken zul je subfuncties moeten uitsplitsen en dat levert dan nog veel meer knoppen op.
Toolbars zijn heel geschikt voor een aantal functies die je altijd bij de hand moet hebben zoals de Osnap Override.
Je kunt ervoor zorgen dat je favoriete Toolbars meteen verschijnen bij het opstarten van een tekening.
Command-line
Ooit was de commandline het venster waarmee je bijna direct in DOS kon kijken. Het werkte ook net zo primitief als DOS. Je kon eenmaal ingetypte tekst niet meer corrigeren. Dan had je een foutje in een soms lange codereeks gemaakt en dan kon je weer helemaal opnieuw beginnen. De command-line ziet er nog steeds lekker primitief uit. Op deze regel zie je de respons op commando’s en je kunt met opties kiezen door ze in te typen. Eenmaal getypte tekst kun je nu wel editen.
Shortcutmenu
De menu’s onder de rechter muisknop. Dit is de standaard instelling van AutoCAD. Er is veel voor te zeggen dat je die rechterknop weer de functie van Enter en Repeat geeft, zoals bij de oude versies van AutoCAD. Dit kan via ‘Options - User preferences’- ‘Right-Click Customization’.
Workspace
Een workspace is een complex van menu’s, toolbars, tabs etc die actief worden bij het opstarten van een tekening.
Als je met AutoCAD begint staat ‘2D Drafting & An-notation’ ingesteld als de standaard workspace.
In principe schakel je over naar een andere Workspace als je met een heel andere toepassing gaat beginnen.
AutoCAD heeft aparte Workspaces voor 2D en 3D. Het is wel handig dat je geen last hebt van de talloze 3D-functies als je alleen maar 2D-tekenwerk maakt, maar wanneer je wat in 3D gaat doen, zul je ook heel veel 2D-functies nodig hebben. Voortdurend heen en weer schakelen tussen Workspaces kost net iets te veel handelin-gen. Als je de Ribbon wat handiger indeelt, is het mogelijk om de belangrijkste 2D-tekenfuncties ook op de 3D-workspace te zetten.
Menu
Alle Workspaces, inclusief alle menu’s, toolbars, tabs worden opgeslagen in een bestand met de extensie ‘cuix’.
Het menu dat AutoCAD standaard aanlevert heet acad.cuix. Je kunt hiervan een kopie maken onder een eigen naam en daarin alles naar eigen wens inrichten, zonder dat dit enig effect heeft op het standaard Auto-CAD-menu.
Wisselen tussen menu’s kan met het commando MENU.
Grips
Vanaf het prille begin kunnen alle handelingen in Auto-CAD worden verricht vanaf de Commandline, waarbij je de muis nog wel nodig hebt om dingen op het scherm aan te wijzen. Voor alles is een commando, ongeacht het karakter ervan. Zoom of Erase staan wat dat betreft in dezelfde rangorde als Circle of Line.
De Grips zijn in latere versies toegevoegd en ze werken volgens een heel ander principe. Je roept helemaal geen commando aan, maar je selecteert elementen op het scherm. De grips verschijnen en ze bieden de mogelijk-heid om bepaalde bewerkingen uit te voeren. Het principe is veel mooier dan de commando-methode. Het is alleen jammer dat je er maar een beperkt aantal dingen mee kunt doen. Je zou geneigd zijn om de commando’s voor bewerkingen helemaal af te schaffen en voortaan alle bewerkingen met Grips uit te voeren. Dat kan dus niet. Een complicatie van Grips is dat ze een andere werk- en denkwijze vragen dan de methode met commando’s. Je bent genoodzaakt om de twee systemen naast elkaar te gebruiken.
De onderste balk
Helemaal onderaan het scherm zit een taakbalk die helemaal geen naam heeft. Je kunt er niets aan veranderen. Deze balk lijkt een soort alternatief voor de functietoetsen op het toetsenbord.
Conclusie
AutoCAD heeft het ideale menu nog steeds niet gevonden. Alles wat tot nu toe is geïntroduceerd heeft beperkingen. De Ribbon is tamelijk geavanceerd en voldoet desondanks niet. De Toolpalettes zouden een goede vervanger van het screenmenu zijn als ze een paar extra voorzieningen hadden. De oplossing bestaat uit een selectie van de mogelijkheden die AutoCAD nu biedt. Gebruik ieder menu voor de dingen waar het goed in is. Het schermmenu is heeft nog steeds de beste papieren, behalve voor functies waarin het visuele aspect een grote rol speelt, zoals Hatch en Color en voor functies die permanent beschikbaar moeten zijn, zoals de snapfuncties en bijvoorbeeld Erase. Daarvoor zijn nu goede alternatieven beschikbaar.